nieuws

Hoe ontstaat een lesmodule?

17 januari 2017

In de serie ‘Kijk in de Platform keuken van de leermiddelen ontwikkeling’ zijn dit keer de ontwikkelaars Dirk en Sergey aan het woord.  Beiden zijn werkzaam bij Concreet Onderwijsproducten (voorheen Fundeon). Zij ontwikkelen alle lesmodulen rond de 'bouw'.

Wie is Dirk?Dirk Koele

'Dirk woont in Kampen, is getrouwd en heeft twee dochters. Doorgegroeid van timmerman, vmbo docent, adviseur, en projectleider naar ontwikkelspecialist bij Concreet Onderwijsproducten. Verder ben ik voor twee dagen in de week werkzaam als adviseur bouwtechniek en energiebesparing. Daarover geef ik ook trainingen via bijscholingvmbo.nl

 

Wie is Sergey?Sergey van Daalen

Momenteel woonachtig in Amersfoort en getrouwd met Anne-Jitske. Is ontwikkelspecialist bij Concreet Onderwijsproducten. Heeft geen directe achtergrond in Bouw en Infra, maar loopt al 10 jaar rond in de educatieve uitgeefwereld in functies als redacteur, projectleider, ontwikkelaar en interim uitgever. Vanwege de verschillende achtergronden vullen Dirk en hij elkaar in het vmbo project goed aan.

 

Hoe past jullie functie van ontwikkelaar / projectleider bij leermiddelen BWI?

Dirk: 'We maken leermiddelen en examens voor het mbo en het vmbo. We doen de complete organisatie en projectleiding van vaak meerdere projecten. We zijn verantwoordelijk voor de aansturing en afstemming met auteurs, inhoudsdeskundigen, resonansleden, fotografen, redacteuren en grafische vormgevers. De leermiddelen van het vmbo passen prima bij de leermiddelen die Concreet maakt. Voor de digitale leeromgeving maakt het vmbo en het mbo gebruik van de zelfde systemen.'

Sergey: 'Als ontwikkelspecialisten zijn we  een projectmatige spin-in-het-web en verantwoordelijk voor het gehele ontwikkeltraject.  Wij sturen op de factoren: tijd, geld, kwaliteit en capaciteit. De variatie van de werkzaamheden en de contacten met het onderwijs- en werkveld ervaar ik als erg prettig en nuttig. Mijn kennis van en affiniteit met digitale contentcreatie (schrijven van teksten, red.) komt bij dit project erg goed van pas. Voor sommigen is het onderscheid tussen ontwikkelaar en projectleider BWI ietwat onduidelijk. In principe komt het er op neer dat de projectleider BWI de administratieve randvoorwaarden regelt en de ontwikkelaar de content (helpt) creëren.

Ik vind praktische ervaring van groot belang, anders blijft het bij een theoretisch kader. Omdat ik niet uit bouwwereld kom, ben ik in mijn eigen tijd een cursus Bouwkunde voor Makelaars gaan volgen. En op basis van ons lesmateriaal in Bouwinfranet kreeg ik voldoende zelfvertrouwen om te beginnen met houtbewerking. Mijn bakfiets pronkt nu met een authentieke en handgemaakte houten bak. Als het mij lukt om op basis van onze content hout te bewerken (of een strek te metselen), dan kan de gemiddelde geoefende vmbo-er het met ons lesmateriaal zeker!'

Dirk is vanaf de start van het vmbo leermiddelenproject betrokken en Sergey is in maart 2016 erbij gekomen. Wat vinden jullie van het proces tot nu toe?

Dirk: 'Het is een uitdagend project waar veel aan de orde komt. Inhoud en ICT komen bij elkaar. De technische mogelijkheden zijn soms ook een beperking. Uitdagingen zijn bijvoorbeeld de techniek bij het maken en ontwerpen van de praktijkopdrachten en om de inhoud daarvan aan te laten sluiten bij de innovaties in de bouwsector. Er moet rekening worden gehouden met wat er in de Syllabus wordt gevraagd en wat praktisch uitvoerbaar is op een vmbo school. En dat alles realiseren binnen een planning en een begroting die uitdagend zijn!'

Sergey: 'Ik ben in maart 2016 betrokken geraakt bij het project. Als gedetacheerde werd ik ingevlogen om te helpen bij de ontwikkeling van de keuzevakken. Wat mij direct opviel was de discipline waarmee de inhoud wordt geproduceerd en geresoneerd (lees: getoetst). Het ontwikkeltraject is langer dan ik gewend ben, maar is zeer goed gestructureerd. Door de oplevering van de modules en de ontwikkeling van de eerste vier keuzevakken, waren de meeste kinderziektes inmiddels wel uit het ontwikkeltraject. Ik kwam nog net niet in het spreekwoordelijk gespreide bedje terecht. De technische (on)mogelijkheden geven soms wel problemen bij het samenbrengen van inhoud en ICT.'

Noem eens een paar knelpunten?

Dirk: 'Het meest lastige van dit project is het behandelen van alle onderwerpen die in het examen kunnen voorkomen in het aantal pagina's dat binnen de begroting past. De wensen zijn altijd groter dan de financiële ruimte. Je wilt een goed leermiddel maken maar vooraf is al bepaald wat het maximaal mag gaan kosten.'

Sergey: 'Naast dat het lastig kan zijn om vanuit alle beschikbare informatie de juiste content te maken, stelt ons digitaal ontwikkeltraject ons geduld soms op de proef. Maar het resultaat mag er zijn. In een ontwikkeltraject zit het venijn meestal in de details. Doorgaans zijn de betrokkenen het 90% eens met de inhoud van de content, maar de finetuning van de laatste 10% vereist de meeste tijd. We zijn afhankelijk van de inbreng van inhoudsdeskundigen, docenten, auteurs en het werkveld. Die zijn het soms niet eens met elkaar. Dan is het aan ons om een goede keuze te maken voor de content waar iedereen mee uit de voeten kan.

Tijd en kwaliteit staan soms in gespannen verhouding tot elkaar. Maar als ik naar ons lesmateriaal kijk, dan ben ik van mening dat we een hoge inhoudelijke kwaliteit behalen in de beperkte ontwikkeltijd die we meestal tot onze beschikking hebben.'

Hoogtepunten volgens Dirk en Sergey

Dirk: 'Hoogtepunt is dat het zo'n groot succes is, dat zoveel docenten met hun leerlingen met deze leermiddelen aan de slag gaan. Daarmee ontvangen we wel een heel mooi compliment.'

Sergey: 'Het feit dat de leerlingen en docenten graag met ons materiaal aan de slag gaan en er positief op reageren, vind ik een groot compliment naar mijn collega's die bij het project betrokken waren voor mijn komst. Maar vooral ook naar de gebruikers en betrokkenen in het werkveld die een actieve bijdrage leveren, of hebben geleverd, aan onze content. Ik krijg energie van het enthousiasme van de mensen die met ons willen samenwerken, die onze materialen gebruiken en die ons helpen om het materiaal nog beter te maken. En juist kritische opmerkingen / vragen vind ik zeer waardevol, dus kom maar op!'

Is er voldoende respons van docenten om inhoudelijk verder te kunnen met de ontwikkeling?

'De respons is wisselend. Het moment waarop we de bijeenkomsten organiseren is ook van invloed op deelname,  maar veel ruimte om daarop te sturen is er niet want het moet wel op tijd worden opgeleverd. Hoewel we een pool aan betrokkenen hebben, is het soms lastig om via de bijeenkomsten de content helemaal rond te krijgen. We merken steeds vaker dat docenten en andere geïnteresseerden minder tijd beschikbaar hebben om een bijdrage te kunnen leveren tijdens een van deze inhoudelijke bijeenkomsten. Het vereist dus om soms wat dieper door te vragen of om informatie achteraf te verifiëren bij anderen. Wij merken dat men vaak bereid is om deze vragen te beantwoorden en een bijdrage te leveren die past binnen de mogelijkheden. Daar zijn we heel blij mee.'