Uit de prakijk

Verliefd op het schildersvak

”Na mijn studie ben ik op kantoor gaan werken”, zegt Jenny Li. “Ik vond het erg leuk, maar toen ik kinderen kreeg leek het me goed om thuismoeder te worden. Als snel bleek dat ik daarvoor toch te weinig zitvlees had. Ik wilde heel graag leren schilderen. En ik ben helemaal verliefd geworden op het vak!"

Verliefd op het schildersvak 1"Mensen genieten jarenlang van wat jij hebt gedaan. Dat geeft mij echt voldoening. Dat is zo anders dan toen ik op kantoor werkte. Ik was dan soms wekenlang bezig met een rapport, dat vervolgens ergens in een la verdween.”

Passie
“Als kind had ik helemaal niets met schilderen, maar ik was wel een technisch meisje. En ik vind het bijvoorbeeld nog steeds heel leuk om een kast in elkaar te zetten. Ik doe dat ook voor mijn vrienden. Dus als je nu nog geen idee hebt over je profielkeuze: soms ontdek je je passie voor een vak gewoon wat verderop in je leven. Zoiets kan blijkbaar ook gewoon groeien.”

Samenwonen
“Als je schilder wilt worden, moet je wel een beetje van mensen houden. Vaak moet een klant flink wat geld investeren in jouw werk. Wie zijn of haar huis laat schilderen kan dat jaar misschien niet op vakantie. Je woont tijdens je klus eigenlijk twee weken samen met je klanten. Zo leer je elkaar echt wel kennen. En het allermooiste is: soms zie je deze klanten elke vijf jaar terug, vanwege onderhoudswerk. En zo volg je dan hun hele levensloop, echt bijzonder om dat van zo dichtbij te mogen meemaken.”

Combineren
“Het allergrootste pluspunt van dit soort werk vind ik, dat je heel gemakkelijk zelfstandig kunt worden. Je werkt dan niet voor een baas en je kunt je eigen tijd indelen. Als je nog geen idee hebt wat je wilt worden, adviseer ik: denk eens na over wat voor soort leven je wilt leiden. Vind je vrije tijd belangrijk? Dan kun je als zelfstandige prima vier dagen werken en drie dagen weekend hebben. Ook vind ik dit werk veel gemakkelijker te combineren met kinderen dan de meeste kantoorbanen.”

Geld
“Ik heb het vak geleerd in het ambachtelijke schilderwerk. Je leert daarbij bijvoorbeeld herenpanden van honderd jaar oud in ere te herstellen. Je haalt dan een stuk geschiedenis terug. Heel bijzonder vind ik dat.

"Na je mbo-opleiding tot schilder kun je nog heel veel kanten op. Ga je nog een jaar door, dan word je gezelschilder. Je leert dan veel over bijvoorbeeld omgaan met klanten, het maken van werkplanningen en het complexere schilderwerk. Ben je in loondienst, dan verdien je met zo’n diploma ook meer. Daarna is er nog steeds van alles mogelijk. Ik koos er bijvoorbeeld voor om techniekdocent te worden op Techniek College Rotterdam. Daarvoor moest ik wel eerst een getuigschrift halen. Daarnaast ben ik examinator voor schilders en gezelschilders op mbo-opleidingen.”

Goed
“Mijn moeder zei altijd over het belang van een opleiding: je kunt nu spelen, of je kunt later spelen. Ik heb zelf gemerkt dat het niet echt uitmaakt wat je kiest. Je moet er gewoon voor zorgen dat je héél goed wordt in wat je doet. En dat lukt zeker als je doorzet en er helemaal vol voor gaat.”