nieuws

Troonrede over onderwijs

21 september 2011

Het vertrouwen van het onderwijsveld in de minister van OCW en de staatssecretaris is tot een minimum gedaald. Dat blijkt uit een onderzoek van DUO onderwijsgroep onder 800 onderwijsprofessionals. In de troonrede staat dat voor vrijwel iedereen de koopkracht daalt en voorzieningen worden versoberd. Ondanks dat wil het kabinet Rutte de kwaliteit van het onderwijs verbeteren.Beatrix troonrede

In de troonrede staat dat goed onderwijs fundamenteel is voor de concurrentiekracht van ons land. Daarom worden docenten en leerlingen gestimuleerd tot hogere prestaties. De eisen aan de opleiding van leerkrachten worden aangescherpt en leerlingen worden getoetst op basis van landelijke normen. Door het inzichtelijk maken van resultaten van scholen en docenten kan goed functioneren extra beloond worden. Docenten moeten zich vooral kunnen richten op lesgeven in hun vakgebied. Aldus de troonrede.

De volledige paragraaf uit de Troonrede over voortgezet onderwijs luidt:

'Het spreekt vanzelf dat toekomstige economische groei nauw verbonden is met ons vermogen om te blijven leren. Goed onderwijs is fundamenteel voor de concurrentiekracht van ons land en geeft mensen de kans hun talenten te ontplooien. De regering wil daarom de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. In het primair en voortgezet onderwijs worden docenten en leerlingen gestimuleerd zich te blijven ontwikkelen en tot hogere prestaties te komen. Met dat doel worden de eisen aan de opleiding van docenten aangescherpt en worden leerlingen getoetst op basis van landelijk geldende normen. Om goed functioneren extra te kunnen belonen, moeten de resultaten van scholen en docenten inzichtelijk zijn. Docenten dienen zich bovenal te kunnen richten op lesgeven in hun vakgebied. De regering doet hiervoor voorstellen.

De regering maakt afspraken . . . een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Dit is óók nodig in het middelbaar beroepsonderwijs, waar vakmanschap meer centraal moet staan.

Goed onderwijs is cruciaal voor de kracht van onze samenleving. De regering is zich ervan bewust dat hier voor de overheid een kerntaak ligt.'